Van de oude vertrouwde Fafnir tot het voertuig van de toekomst: Aken en de auto
11.09.2016 - 19.02.2017Stad die bekend staat om auto's? Veel mensen denken dan direct aan Wolfsburg of Rüsselsheim. Dat ook Aken een belangrijke rol binnen de auto-industrie speelde en speelt, is voor veel mensen nieuw. Aan het begin van de 20e eeuw waren er zelfs meerdere autoproducenten in Aken gevestigd. Fafnir, Cudell en Mannesmann-MULAG waren toentertijd bekende merken binnen de auto-industrie, die zelfs wereldwijd exporteerden. Toen er met de Zwarte Vrijdag van 1929 wereldwijd een grote economische crisis uitbrak, werden er al geen auto's meer in Aken geproduceerd. De Akense ambachtslieden werkten te kleinschalig en konden niet op tegen de grote merken. Toch bleef Aken belangrijke onderzoeken op het gebied van automobielen uitvoeren. De in 1870 opgerichte Technische Hochschule bundelde (als eerste in het Rijnland en in Westfalen) alle knowhow op het gebied van ingenieurswezen in Aken.
Tegelijkertijd begon de auto de stad te veranderen. De stadplanners moesten rekening houden met een voortdurende toename van het aantal auto's. Nieuwe en bredere wegen vormden na de Tweede Wereldoorlog de prioriteit. Tot in de jaren zeventig hield de fascinatie voor auto's aan. De tram moest wijken om ruimte te maken voor het individuele verkeersmiddel en voetgangerstunnels zorgden voor een ongehinderde doorstroom van het autoverkeer. Pas met de oliecrisis van 1973 kwam er heel geleidelijk een ommekeer op gang, die tot op vandaag aanhoudt. De aanleg van voetgangerszones, het terugdringen van het verkeer en de roep om een autovrij centrum en de terugkomst van de tram: hieruit blijkt dat onze houding ten opzichte van het autoverkeer sterk veranderd is.
Meer dan ooit wordt tegenwoordig aan de hogescholen in Aken onderzoek gedaan naar automobielen en verkeer. Nieuwe aandrijftechnieken, andere brandstoffen, energieopslag, lichte carrosserieën, verkeersleidingssystemen en mobiliteitsconcepten: het onderzoek omvat het complete spectrum van de automobiel- en verkeerstechniek. Typerend voor de hogescholen uit Aken is hierbij dat de onderzoeksresultaten vaak direct ter plekke getest en toegepast worden in nieuwe producten. Zo werd het elektrische voertuig StreetScooter ontwikkeld door de hogeschool. Het is inmiddels overgenomen door de Deutsche Post en wordt nu op het vroegere Talbot-terrein aan de Jülicher Straße gebouwd. Er bestaan verschillende samenwerkingsverbanden tussen de hogeschool en de stedelijke instanties. In talrijke proefprojecten werden en worden nieuwe technologieën in de praktijk getest, zoals het eerste parkeergeleidingssysteem, de overstap naar led-verkeerslichten of de ondersteuning van elektromobiliteit.
Formule-1-racecircuits made in Aken
Ook de motorsport droeg in belangrijke mate bij aan de populariteit van auto's. De eerste internationale autorace van Parijs naar Berlijn in 1901 maakte een tussenstop in Aken. In de jaren 1948 en 1949 vonden er ook eigen races rondom de Ronheider Berg plaats. In de jaren vijftig tot zestig waren zeepkistenraces een terugkerend evenement in Aken. Tegenwoordig blijft de stad vooral door de planning en bouw van Formule-1-racecircuits bij de motorsport betrokken.
De tentoonstelling presenteert de automobiel als belangrijke factor in de stadsgeschiedenis van de afgelopen 120 jaar. Oude bedrijfsdocumenten, reclamemateriaal en foto's rondom de historische Akense voertuigen van het merk Fafnir illustreren de spannende begintijd van de opkomst van de auto. Via modellen en multimedia leren de bezoekers de auto van de toekomst kennen, zoals die door ingenieurs wordt ontworpen.
Opening: Zondag, 11 september 2016, om 12.00 uur
Curatoren: Prof. Dr. Frank Pohle, Myriam Kroll, Holger Hermannsen, Lars Neugebauer
« Koningsglans en gloria – kroningen in Bratislava/Presburg 1563-1835
De strijd voor het ware geloof »